Monkeytown

Niki Jacobs, 12 oktober 2019 in Niki's column

‘Mam’, begint Lilli.
‘Ja, lieverd’, zeg ik.
‘Ik denk dat je weer ‘nee’ gaat zeggen, maar ik ga het toch vragen’, gaat ze verder.
‘Ok liefje, vraag het maar’, zeg ik.
‘Kunnen we vandaag naar Monkeytown?’
‘Nee, liefje’, zeg ik. ‘Vandaag niet.’
‘Dat dacht ik al’, klinkt het boos. ‘Jij zegt altijd nee!’
En dat klopt. Ik ben bang dat Monkeytown net zoiets is als de zevende laag van Dante Alighieri’s Hel. Dus liever niet. Ik loop de trap op en hoor hoe boos ze is als ze tegen Ilja klaagt dat we weer niet gaan. Ze begrijpt niet waarom ik niet wil gaan. En ze heeft gelijk.
Mijn weigering naar Monekytown te gaan, is puur gebaseerd op een aanname. Ik ben er namelijk nog nooit geweest en met precies dát argument komt Ilja even naar boven.
‘Maar Mam’, begint hij diplomatiek.
‘Jij bent er nog nooit geweest’, gaat hij verder.
‘Dus je kunt niet weten of het echt héél véél lawaai is.’ Hij is op dreef.
‘Jij zegt altijd wel dat er teveel kinderen zijn, maar jij gaat niet eens klimmen en wij hebben er gaan last van. We gaan gewoon om ze heen’, besluit hij z’n betoog.
Ik knik.
‘Ja’, zegt Lilli.
‘Jij dénkt dat het druk is, maar het is gewoon heel gezellig, al die kinderen!’
‘Ok’, zeg ik. Ze hebben gelijk. Er is helaas geen enkele reden te bedenken om het niet te doen. ‘We wachten op pap en dan gaan we!’
Onder luid gejuich trekken ze exact dezelfde outfit aan: een roze korte broek en een wit T-shirt met korte mouwen. ‘Want het is daar héél warm, mam’. Oh ja? Fijn! Onderweg zing ik een oude Dance classic; ‘Won‘t you take me to Monkeytown?’ En ach, ik begin er bijna zin in te krijgen.
Eenmaal binnen heb ik meteen spijt. Onze kinderen verdwijnen in een doolhof van glijbanen, klimpalen en plastic obstakels waar ze zich doorheen moeten worstelen. Samen met – pak en beet – tweehonderd andere kinderen, die ongelimiteerd hun bacillen verspreiden. Rondom dit paradijs zitten ouders in oorverdovend lawaai met patat, frisdrank, snoep en chips apathisch te kijken naar hun apen. En terwijl Ivo die van ons in de gaten houdt, haal ik koffie en voel dat het nog erger is dan ik dacht. Monkeytown lijkt niet op de zevende laag van Dante Alighieri’s hel. Het is hem.