Inner Gremlin
Niki Jacobs, 28 september 2019 in Niki's column

Het is 07:00 uur als de wekker gaat. Nou ja, het is de telefoon van mijn man die ons al maandenlang wakker maakt met een tergend zeikerig faux klassiek muziekje.
Ik por in Ivo z’n zij en zeg: ‘douche je niet te lang zodat ik er ook nog even onder kan?’
‘Uhum’, knort hij.
De deur kraakt. Ilja kruipt in z’n vaders armen en er klinkt meteen weer zacht gesnurk. Ik zucht, sta op, loop naar Lil, aai over haar bol en stiefel naar beneden.
Na een kwartietje hoor ik de kraan lopen en terwijl ik koffie zet, broodtrommels vul, de kinderen help met aankleden, het ontbijt klaarmaak, de katten eten geef én de kattenbak verschoon, kleedt mijn man zich aan.
Ineens ben ik het zat. Voor de zoveelste keer moet ik me in tien minuten aankleden. Douchen kan ik vergeten; tandenpoetsen en een schone onderbroek, meer niet. Hoezo moet ík voor alle randvoorwaarden zorgen? Omdat ik een vrouw ben? Gelijkheid? Eerlijke verdeling van taken? Mijn ‘inner Gremlin’ ontwaakt. Hij gromt, blaft en briest. Stomend kom ik de huiskamer weer binnen.
‘Ik vraag je nét nog of je niet heel lang wil douchen zodat ik er ook nog even onder kan’,
begin ik getergd. ‘Hoezo doe jij een half uur over je aankleden? Wat blijft er dan nog voor mij over?’, roep ik theatraal.
‘Sorry’, zegt hij. ‘Ik heb gewoon echt niet in de gaten dat ik zo lang onder de douche sta.’
Nog voordat ik iets kan zeggen, bemoeit Lilli zich ermee.
‘Pap, doe nou maar gewoon wat mam zegt, dan is dit geruzie weer zo voorbij!’
‘Dit is geen ruzie hoor Lil’, zeg ik. ‘Dit is gewoon een irritatie. Wel een grote, maar gewoon een irritatie, geen ruzie.’
‘Ja!’, roept ze. ‘Dat ken ik, dat heb ik nou ook altijd bij Ilja.’
‘Maar Ilja reageert niet hetzelfde als papa’, zegt ze.
‘O’, zeg ik. ‘Hoe reageert Ilja dan?’
‘Nou, die begint altijd met heel hard schoppen en slaan. Maar dat doet papa gelukkig niet, want hij is te groot en te sterk.’
‘Nee, dat is waar’ zeg ik, ‘dat doet papa gelukkig niet.’
‘Tja’, gaat ze verder. ‘Het is duidelijk.’
‘Wat?’, vraag ik.
‘Nou, de meiden zijn dus altijd geïrriteerd en de jongens bijna nooit.’
Dan moeten we allebei lachen; mijn inner Gremlin en ik. En ik voel hoe hij gelukkig langzaam weer in slaap sukkelt.